01/09 – Hoera! Ik hoor bij de volken!

Ik geloof dat er bij de Eeuwige plek is voor niet-joden. Een plek die meer inhoudt dan het er een beetje bij mogen bungelen en meeliften op de zegeningen voor Israël. Ik kom zogezegd uit de volken en ik krijg soms het gevoel dat een niet-jood toch net iets minder bijzonder is, er daarom niet helemaal bij hoort.

Ik geloof dat de plaats van een niet-jood niet minderwaardig is. Ik geloof dat het niet nodig is om jood te worden, om daarmee geestelijke status te verwerven, om bij de Eeuwige in een goed boekje te kunnen komen. Ik geloof dat er altijd een plek is geweest, van Tora en Tanach tot Nieuwe Testament voor de niet-jood. Ik geloof dat het altijd het plan van de Eeuwige is geweest dat er volken zouden zijn, die geen joden waren, maar wel op Zijn vizier zouden staan.

Sowieso kun je je afvragen of Abraham naar de traditie [al] een jood was toen hij de vader van vele volken werd. Hij werd geroepen, maar was nog niet besneden en de Tora was nog niet gegeven op Sinaï. De belofte die de Eeuwige hem doet, is een hele grote. Alle families van de aarde zullen door Abraham heen gezegend worden:

“Ik zal zegenen wie u zegenen,  en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.” (Gen 12:3)

Zowel aan Isaak als aan Jakob wordt deze belofte herhaald, telkens met de bewuste zinsnede dat alle families, alle volkeren van de aarde erdoor gezegend zullen worden. Er is vanaf het begin in het plan van de Eeuwige ruimte geweest voor volken, naast het volk dat Hij koos voor Zichzelf: Israël.

Het kennen van de Eeuwige, zowel voor jood als niet-jood.

Een tijd geleden las ik het gebed van koning Salomo bij de inwijding van de tempel. Het raakte me, omdat Salomo iemand als ik in gedachte had. Salomo pleit bij de Eeuwige of Hij ook het gebed van de niet-jood wil horen, zodat ook zij de naam van de Eeuwige zullen kennen (!) en vrezen. Het kennen van de Eeuwige, zowel voor jood als niet-jood.

“Zelfs ook wat de vreemdeling betreft, die niet tot Uw volk Israël behoort, maar uit een ver land komt omwille van Uw Naam – want zij zullen horen van Uw grote Naam, van Uw sterke hand en van Uw uitgestrekte arm – wanneer hij komt en naar dit huis zijn gebed richt, luistert Ú dan in de hemel, Uw vaste woonplaats, en doe overeenkomstig alles wat de vreemdeling tot U roepen zal, opdat alle volken van de aarde Uw Naam kennen en U vrezen, zoals Uw volk Israël, en erkennen dat Uw Naam is uitgeroepen over dit huis dat ik gebouwd heb.” (1 Kon 8: 41-43)

Salomo gebruikt hier het woord ‘nachri’, dat is vertaald met ‘vreemdeling’ en betekent ‘vreemd, niet eigen’. Vanuit zijn perspectief ben ik, als niet-jood een nachri, vreemd en niet eigen.

In Jesaja 56 staat een prachtig stukje voor de vreemdelingen onder ons. Jesaja gebruikt het woord ‘nechar’ (ook vertaald met vreemdeling) en betekent ‘vreemd, van een ander volk of een ander geloof’:

“Laat de vreemdeling die zich bij de Eeuwige gevoegd heeft, niet zeggen:
De Eeuwige heeft mij geheel en al van Zijn volk gescheiden;…”
(Jes.56:3a)

Grote Synagoge Turijn

‘Grote synagoge van Turijn, Italië’

Je leest in de Tanach dat mensen zich bij Jakob voegen (bijv.  in Jes. 14) dan wel bij de Eeuwige voegen (Jes. 56). In Jesaja 14 gaat het over vreemdelingen (Hebreeuws ‘ger’, ook wel bijwoner), over bijwoners die zich voegen bij Jakob. Je kunt je afvragen of dat mensen zijn die zich bekeren tot het Joodse geloof. Jesaja 56 gaat over mensen van andere volken, andere geloven zelfs, die zich bij de Eeuwige voegen. Als ik de tekst in Jesaja 56:3a op mezelf toepas, lees ik hier ietwat stoutmoedig in dat de Eeuwige mij niet helemaal van Zijn volk gescheiden heeft. Lijkt een beetje op wat Yeshua zegt in Johannes 10:

“Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder.” (Joh. 10:16)

Het rabbinale jodendom zal de woordkeuze ‘één kudde en één Herder’ met opgetrokken wenkbrauwen bezien. Door de geschiedenis heen hebben rabbijnen altijd gediscussieerd over de relatie tussen joden en niet-joden. Ze hebben een hoge, beschermende muur opgetrokken tussen hen en de rest van de mensheid. Hun doel? Niet assimileren maar een apart gezet volk zijn, zoals de Eeuwige opdroeg. Het resultaat? Een muur die een enorme scheiding creëert tussen jood en niet-jood.

Waarom zo’n hoge muur optrekken tussen jood en God-vrezer?

Ik geloof dat de muur, de scheiding, in idee terecht is. De heidense invloeden hebben grote schade aangericht in de joodse geschiedenis. Lees de profeten maar na. Maar gelovige niet-joden? Mensen die niet-joods zijn en geloven in de Eeuwige, de God van Israël. Waarom zo’n hoge muur optrekken tussen jood en God-vrezer?

Paulus nam een helder standpunt in ten opzichte van God-vrezers uit de volken:

‘En God, de Kenner van de harten, heeft getuigenis aan hen gegeven door hun de Heilige Geest te geven, evenals aan ons; en Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, en heeft hun hart door het geloof gereinigd.’ (Hand. 15:8-9)

Niet zomaar een deur in die muur tussen jood en niet-jood, maar eentje die tot stand komt door het werk van Yeshua. De opgetrokken muur voorkomt helaas dat de jood een getuigenis is, een licht zoals de Eeuwige hen opdroeg. Lees in Deuteronomium 4 maar na wat het idee oorspronkelijk was. En laten we niet vergeten dat joden met allergie reageren op Yeshua, en dat dit de muur alleen maar dikker en hoger maakt. En het licht voor de volken zijn? Dat is lastig te zien door die hoge muur. Niet het plan van de Eeuwige, durf ik te stellen. Waar de Tanach en bijvoorbeeld Paulus inclusief denkt, is het rabbinale jodendom (tot op zekere hoogte erg begrijpelijk) exclusief.

De profeet Micha ziet, net als Jesaja, vele volken opgaan naar het Huis van de God van Jakob (niet naar het huis van Jakob zelf):

“Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de Eeuwige vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de Eeuwige, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de Eeuwige uit Jeruzalem.” (Micha 4:1-2)

Dat er volken moeten zijn, blijkt ook wel uit deze profetische tekst in Jesaja 56, prijkend op vele synagogen wereldwijd (zie foto hierboven):

“… mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volken.”

1 thoughts on “01/09 – Hoera! Ik hoor bij de volken!

  1. Helemaal Amen! Wat God samenbrengt in Zijn Zoon scheidde een mens niet. Veel van de “op een voetstuk zetten stroming”… onder christenen van Joden komt door een misplaatst schuldbesef. Daar waar antisemitisme in de christenheid een rol gespeeld heeft is dit allereerst een persoonlijke zaak tussen deze mens en God. Daarna willen we het dan “goed” maken met de Joodse bevolking met o.a. het gevolg een nieuwe scheiding..Alleen in Jesjoea,beter bekend onder zijn pseudoniem Jezus is er éénheid. Alles daarbuiten is als de twee stukken hout in Ezechiels hand die één worden,wel eenheid…maar in een mensenhand..Pas na de tijd van vragen (Eze.37.18) neemt God het gebeuren tot éénwording in Zijn hand..Tot die tijd,veel vragen en menselijk handelen..zegen en groet!

Plaats een reactie